Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], Maar gijlieden hebt heden uw God verworpen, Die u uit al uw [32]ellenden en uw noden verlost heeft, en hebt [33]tot Hem gezegd: Zet een koning over ons; nu dan, stelt u voor het aangezicht des HEEREN, naar uw stammen en [34]naar uw duizenden. 32. Hebreeuws, kwaden. 33. Dat is, tot mij, die zijn profeet ben. Zie boven, hfdst.8 vs.19, en onder, hfdst.12 vs.12. 34. De stammen der Israelieten werden in zekere hopen, elk van duizend man, afgedeeld, gelijk Micha 5:1 en elders te zien is.